Kinderen ondersteunen bij verlegenheid
Of het nu een fase is of niet, voor een kind kan verlegenheid knap lastig zijn! Ook voor ouders en verzorgers is het soms moeilijk om kinderen hierin te helpen. Die verlegenheid is namelijk niet ineens weg, maar met behulp van een aantal vaardigheden wél makkelijker om mee om te gaan. Lees hieronder de vijf tips hoe je kinderen hierin kunt ondersteunen.
- Probeer een balans te vinden in het kind beschermen en het kind uitdagen
Daag het kind uit in plaats van hem/haar te dwingen. Dwing een kind nooit om iets te doen wat hij/zij niet durft, maar bied bescherming in lastige situaties en bereid hem/haar er zo veel mogelijk op voor en maak het kind nieuwsgierig. Ga de situatie niet uit de weg, maar help het kind ermee om te gaan.
- Bied een veilige en voorspelbare omgeving
Een kind wordt minder snel verlegen als het wederkerigheid verwacht en het gevoel heeft dat hij kan voorspellen wat er in sociale situaties gebeurt. Als ouder kun je dit stimuleren door het kind een veilige, voorspelbare omgeving te bieden. Daarnaast is herhaling ook erg belangrijk. Ga regelmatig naar hetzelfde park, dezelfde vriendin, enzovoorts zodat je kind de omgeving leert herkennen.
- Zorg dat je kind regelmatig nieuwe ervaringen kan opdoen
Zorg dat jouw kind de kans krijgt regelmatig nieuwe ervaringen op te doen, in een beschermde situatie. Dit kan je doen door de veilige omgeving uit te breiden ( nieuwe mensen, nieuwe plaatsen, nieuwe activiteiten te ondernemen, enz.).
- Praat met je kind over zijn angsten en gevoelens
Vaak begrijp je als ouder goed wat je kind doormaakt. Vertel dat ook, geef woorden aan de gevoelens, zodat je kind ze ook leert begrijpen. Pas dan kan hij/zij leren ermee om te gaan. Je kan ook samen praten over wat goed gegaan is en wat volgende keer anders gedaan kan worden. Verlegen kinderen hebben deze terugkoppeling nodig. Benadrukken wat goed ging, vergroot het sociale zelfvertrouwen.
- Bekijk eerst alle alternatieven voordat je je kind uit een vervelende situatie redt.
Als je ziet dat je kind in zijn/haar schulp kruipt, help dan. Oefen wat hij dan bijv. moet zeggen of breng hem in contact met anderen. Zoek andere bezigheden voor hem en benadruk zijn sterke kanten. Laat hem weten dat je met hem meeleeft, maar neem het niet over. Ook zelf meedoen kan het kind helpen in zo’n situatie.